Om half acht zijn we opgestaan en, na een voor onze hotelstandaarden wat mager ontbijtje, uitgecheckt. Verrassend genoeg stond de taxi iets voor de afgesproken tijd al klaar en kwamen wij ruim op tijd aan op vliegveld Zaventem.
We hadden thuis al de boardingpassen kunnen printen en hoefden dus niet in de ellenlange rij te wachten. De Economy Class was zó vol dat ons een upgrade naar Business Class werd aangeboden voor zo’n 80,00 p.p. Zoiets krijgen we nooit meer voor dat bedrag dus dat hebben na kort overleg aangenomen. Dat was een bijzonder goede zet want de vlucht naar Washington was daardoor wel heel erg relaxed.
Prachtige ruime stoelen die je tot een bedje om kon vormen inclusief een eigen schermpje met films en doorlopende route-informatie. Een 3 gangen menu en andere lekkere hapjes, warme doekjes etc. Heel erg luxe dus!
Zonder vertraging in Washington aangekomen, de koffers kwamen snel en ook bij de vingerafdrukken bij immigration als eerste erdoor omdat we vooraan in het vliegtuig hadden gezeten. We hebben wel weer mazzel, van andere mensen haden we gehoord dat dat soms heel lang kan duren! Op het vliegveld hebben we daarom wel bijna drie uur doorgebracht met het wachten op de aansluiting naar San Diego. Hier hadden we “slechts” economy plus dus was het hier wel “afzien”. Uiteindelijk kwamen we op tijd aan op Lindbergh International in San Diego om half acht ’s avonds, voor ons was het echter al half vijf ’s morgens. Bagage ophalen en de pendelbus van Hertz beklommen om de auto op te halen. Ze hadden voor ons een splinternieuwe Ford Flex bedacht, waarvan de bagagecapaciteit echter niet voldoende was.
Die hebben we dus maar ingeruild voor een Ford Explorer die wel genoeg ruimte had maar iets minder nieuw was. Al met al was het toch nog 22.00 uur (voor ons 7.00 uur ’s morgens) geworden toen we in onze hotelkamer aankwamen.
We hebben de bagage neergegooid en zijn vrijwel direct onder de dekens gekropen.